presencie
vervoeging van |
---|
presenciar |
presencie
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van presenciar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van presenciar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van presenciar