vervoeging van
presenciar

presencie

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van presenciar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van presenciar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van presenciar