Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·po·si·ti·o·na·lis
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Latijn (met het voorvoegsel pre-)
enkelvoud meervoud
naamwoord prepositionalis -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

prepositionalis

  1. een naamval die alleen achter een voorzetsel voorkomt

Gangbaarheid

Meer informatie