prendara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van prendar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van prendar
prendara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van prendarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van prendarse