Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·cie·zer

Bijvoeglijk naamwoord

preciezer

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van precies

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be