postdirectief
- post·di·rec·tief
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | postdirectief | postdirectieven |
verkleinwoord | postdirectiefje | postdirectiefjes |
het postdirectief o
- (grammatica) een naamval die voorkomt in een taal als Lezgi en die uitdrukt wat in het Nederlands gewoonlijk met het voorzetsel achter uitgedrukt wordt: een beweging naar de achterzijde van iets anders
- Het woord 'postdirectief' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.