portefeuillehouder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • por·te·feuil·le·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord portefeuillehouder portefeuillehouders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de portefeuillehouderm

  1. iemand die voor een bepaald onderwerp verantwoordelijk is in een organisatie
    • Ik ben portefeuillehouder ICT geweest tijdens mijn werkzame leven, mijn vrouw had de portefeuille personeelsbeleid. 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid