ponsgat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pons·gat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ponsen ww en gat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ponsgat | ponsgaten |
verkleinwoord | ponsgaatje | ponsgaatjes |
Zelfstandig naamwoord
- (informatica) (verouderd) een gat dat gemaakt is in een ponskaart door een ponsmachine
- ▸ Het schaamrood steeg de inwoners van Florida naar de kaken, vooral in het beruchte district Miami-Dade. Dat werd twee jaar geleden wereldberoemd door foto’s van turende functionarissen die ponskaarten bestudeerden; was het ponsgat nu wel helemaal, niet helemaal, of half, of eigenlijk…?[2]
Vertalingen
1. een gat dat gemaakt is in een ponskaart door een ponsmachine
Gangbaarheid
- Het woord ponsgat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ponsgat" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Koen Corver“Waarnemers naar verkiezingen in Florida” (01-11-2002), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be