polsstok
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pols·stok
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘lange stok’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
- samenstelling van pols en stok [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | polsstok | polsstokken |
verkleinwoord | polsstokje | polsstokjes |
Zelfstandig naamwoord
de polsstok m
- (sport) een lange stok die gebruikt wordt om over objecten te springen
- Met de polsstok sprong de atleet over de hoge lat heen.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord polsstok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "polsstok" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "polsstok" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ polsstok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be