Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·li·tie·recht·bank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord politierechtbank politierechtbanken
verkleinwoord politierechtbankje politierechtbankjes

Zelfstandig naamwoord

de politierechtbankv / m

  1. (juridisch) Belgische rechtbank die vooral verkeersdelicten en verkeersongevallen betreft
    • Hij heeft al zo vaak voor de politierechter gestaan dat ze wel moeten denken: 0 nee! Niet weer die vent! Wat moeten we deze keer nog met 'm doen? 

Meer informatie

Gangbaarheid