politiepaard
- po·li·tie·paard
- samenstelling van politie en paard
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | politiepaard | politiepaarden |
verkleinwoord | politiepaardje | politiepaardjes |
het politiepaard o
- een paard dat gebruikt wordt bij de bereden politie
- Een politiepaard moet zijn natuurlijke schrikachtigheid overwinnen.
- De training van de politiepaarden op het Scheveningse strand vlak voor Prinsjesdag is een hele bezienswaardigheid.
- Het woord politiepaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.