politieorganisatie

  • po·li·tie·or·ga·ni·sa·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord politieorganisatie politieorganisaties
verkleinwoord

de politieorganisatiev

  1. groep mensen die samen de politietaken vervullen
    • Binnen het district Twente was Knol verantwoordelijk voor het opzetten van de nieuwe organisatie die door de vorming van de nationale politie in 2013 moest worden ingericht. In dat proces liet ze zich wel eens kritisch uit over bezuinigingen die binnen de landelijke politieorganisatie werden doorgevoerd. [1] 
    • Europol, de Europese politieorganisatie, schrijft vandaag ook dat het aantal jihadistische aanslagen in Europa in 2017 hoger lag dan in 2016: 33 om 13. De meeste van die aanslagen werden gepleegd door zogenoemde 'lone wolfs', terroristen die niet zijn aangestuurd door een IS-netwerk, maar wel door IS zijn geïnspireerd. [2] 
    • Plaatjes sparen in deze WK-periode? Dat kan vanaf morgen ook bij de Europese politieorganisatie Europol. Via sociale media kan je 'voetbalplaatjes' van de 25 meest gezochte criminelen van Europa verzamelen. Europol hoopt dat mensen de voortvluchtigen daardoor makkelijker herkennen. [3]