plekten
- plek·ten
vervoeging van |
---|
plekken |
plekten
- meervoud verleden tijd van plekken
- Wij plekten.
- Jullie plekten.
- Zij plekten.
- Wij plekten.
- Het woord plekten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
plekken |
plekten