plattelandsvrouw
- plat·te·lands·vrouw
- samenstelling van platteland zn en vrouw zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plattelandsvrouw | plattelandsvrouwen |
verkleinwoord | plattelandsvrouwtje | plattelandsvrouwtjes |
- vrouw die niet in de stad woont
- ▸ Crawford zag hoe Starling in deze omgeving haar plaats innam in de stoet van vroedvrouwen, wijze vrouwen, kruidengenezeressen, dappere plattelandsvrouwen die steevast deden wat hun te doen stond, die de wacht hielden bij de stervenden en na de wake de doden van het platteland wasten en kleedden.[2]
- ▸ Pas getrouwd woonden we in een klein dorp op Walcheren. Mijn man was er onderwijzer. Als rechtgeaarde Zeeuw werd hij al snel in de boerengemeenschap opgenomen. Ik kwam uit de Randstad en had meer moeite met inburgeren. Sprak de ‘eige taole’niet. Om er in te komen werd ik lid van de Bond van Plattelandsvrouwen.[3]
- Het woord plattelandsvrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “De schreeuw van het lam” (1994), Luitingh-Sijthoff , ISBN 902451990X
- ↑ Weblink bron Elly Coppoolse - van den Berg“Inburgeren bij de Bond van Plattelandsvrouwen” (03-09-2023), Tubantia