Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plan·ten·slijm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plantenslijm -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

plantenslijm m / o

  1. slijmerige stof die in de zaden van kweeappels, vlas, heemstwortel en van nog verscheidene andere planten voorkomt

Gangbaarheid