planimetrie
Niet te verwarren met: Planimetrie |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: planimetrie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pla·ni·me·trie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘vlakke meetkunde’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
- afgeleid van het Latijnse planum [vlak] met het achtervoegsel -metrie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | planimetrie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de planimetrie v
- (wiskunde) meetkunde van het platte vlak
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord planimetrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /planɪmɛtrɪjɛ/
Woordafbreking
- pla·ni·me·t·rie
Zelfstandig naamwoord
planimetrie v
- (wiskunde) planimetrie; meetkunde van het platte vlak
Verbuiging
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.