pinden
- pin·den
vervoeging van |
---|
pinnen |
pinden
- meervoud verleden tijd van pinnen
- Wij pinden.
- Jullie pinden.
- Zij pinden.
- Wij pinden.
- Het woord pinden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
pinnen |
pinden