• piek·fijn
stellend
onverbogen piekfijn
verbogen piekfijne
partitief piekfijns

piekfijn [3]

  1. zeer fijn, heel goed
    • De zusters en broeders van het verpleeghuis geven mijn moeder een piekfijne verzorging.  
    • De porties, bedoeld om te delen, worden in modern aardewerk opgediend, alles is piekfijn verzorgd en ziet er wonderschoon uit. De loempia’s zijn fijn, zowel in afmeting als vulling, en smaken heerlijk. Ook de eend is sappig gebleven en de hoisinsaus geeft een extra shot smaak mee. De satay kambing is niet van geit maar van lam („Als de slager geen geit heeft, wordt het lam”) en is nog wat rosé, mooi mals en goed pittig. Het vlees dat Amoi serveert is trouwens niet per se halal, maar varkensvlees komt hier niet op tafel. [4] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]