Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • peu·zel·de op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oppeuzelen

peuzelde op

  1. enkelvoud verleden tijd van oppeuzelen
    • Ik peuzelde op. 
    • Jij peuzelde op. 
    • Hij, zij, het peuzelde op. 


Gangbaarheid