vervoeging van
petrificar

petrificaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van petrificar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van petrificar
vervoeging van
petrificarse

petrificaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van petrificarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van petrificarse