personenverzekering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·so·nen·ver·ze·ke·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord personenverzekering personenverzekeringen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de personenverzekeringv

  1. verzekering op het leven en/of welzijn van een bepaalde persoon
Verwante begrippen

Gangbaarheid