Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·so·nen·re·gis·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord personenregister personenregisters
verkleinwoord personenregistertje personenregistertjes

Zelfstandig naamwoord

het personenregistero

  1. register van genoemde of voorkomende personen in een boek
  2. register met gegevens over bepaalde personen

Gangbaarheid