persona non grata

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·so·na non gra·ta
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord persona non grata personae non gratae
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

persona non grata m

  1. iemand die ergens niet meer welkom is
    • Waarom worden er niet meer criminelen tot persona non grata verklaard? 
     Het Soedanese regeringsleger heeft de VN-gezant voor Soedan, Jan Pronk, persona non grata verklaard omdat hij „oorlog voert tegen de strijdkrachten”.[1]
Antoniemen
Verwante begrippen
naar herkomst uit het Latijn:

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Pronk nu ‘persona non grata’” (20 oktober 2006) op nrc.nl