Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pers·chef
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord perschef perschefs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

perschef m [1]

  1. iemand die namens een persoon of organisatie de contacten met journalisten regelt
    • CNN-baas Jeff Zucker haalde na de vondst van het pakket uit naar president Donald Trump, die volgens Zucker moet stoppen met zijn aanvallen op de media. De president en zijn perschef Sarah Sanders lijken niet te begrijpen dat hun woorden er daadwerkelijk toe doen, aldus Zucker. Trump riep naar aanleiding van de bompakketten op tot eenheid, maar staat bekend om zijn aanvallen op zowel nieuwsmedia als Democratische politici. [2] 
    • ‘Sorry, sorry, sorry’, zei ze nog eens, toen ze Gasly om 14.38 naar ons tafeltje begeleidde, nadat een fotograaf ook nog snel een shoot voor een tijdschrift had gedaan. Of het een probleem was dat het voornamelijk over zijn relatie met Max Verstappen zou gaan en niet zo uitgebreid over Gasly zelf, had ik vooraf nog gevraagd? Geen enkel probleem, werd me verteld door de perschef. ,,Hij zal die vragen nog wel vaker krijgen, daar ligt zijn toekomst, hè.’’ [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen