Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·per·munt·stok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pepermuntstok pepermuntstokken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de pepermuntstokm

  1. snoep met pepermuntsmaak, in de vorm van een stok (net als een zuurstok)

Gangbaarheid