pelmolen
  • pel·mo·len
enkelvoud meervoud
naamwoord pelmolen pelmolens
verkleinwoord

de pelmolenm

  1. molen waarin vroeger gerst tot gort (en later rijst) gepeld werd, om het kaf van de graankorrel te scheiden
     Het zal nog jaren duren voor het masterplan gerealiseerd is dat de groene long aan de oostkant van Rijssen moet verfraaien. De opzet van het project voor het gebied rond havezate De Oosterhof, het Volkspark en de Pelmolen is klaar, maar de gemeente Rijssen-Holten heeft het benodigde geld niet meteen beschikbaar.[2]
     Een magneetvisser heeft zondagmiddag bij de Pelmolen in Rijssen een explosief aan de haak geslagen. Volgens een expert van de politie zou het gaan om een artilleriegranaat. Vermoedelijk is deze in de Tweede Wereldoorlog afgeschoten.[3]
60 % van de Nederlanders;
39 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Verfraaien groene long aan oostkant Rijssen vergt nog jaren” (14-08-2019), Tubantia
  3.   Weblink bron “Magneetvisser haalt explosief uit het water in Rijssen” (25 aug. 2019), Tubantia
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be