Spaans

Uitspraak
  • IPA: /pe'liγɾo/
enkelvoud meervoud
peligro peligros


Woordafbreking
  • pe·li·gro

Zelfstandig naamwoord

peligro

  1. gevaar, risico, dreiging
Synoniemen


Werkwoord

vervoeging van
peligrar

peligro

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van peligrar