Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pas·jes·wet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pasjeswet pasjeswetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pasjeswetv / m

  1. wet die mensen verplicht om een pas bij zich te hebben die aangeeft waar de drager zich in een land mag begeven
     Toen de politie in 1960 in Sharpeville bij een vreedzame betoging tegen de pasjeswet 69 mensen doodschoot, verloor het ANC zijn vreedzame karakter. De regering kondigde de noodtoestand af en verbood het ANC. Dat ging ondergronds en richtte een militaire vleugel op. Mandela reisde Afrikaanse en Europese hoofdsteden af om steun te vragen voor de strijd tegen de apartheid.[1]
     Toen kwam Sharpville. Op 21 maart 1960 opende de politie het vuur op meer dan 200.000 zwarte demonstranten. Zij waren op de been gebracht door het toen nog vreedzaam opererende Pan-Afrikaans Congres (PAC) om te protesteren tegen de gehate Pasjeswet. Er vielen 59 doden en honderden gewonden. De wereld was in shock. Vanaf dat moment kwam Zuid-Afrika geïsoleerd te staan. Het land trok zich terug uit het Britse Gemenebest en stichtte op 31 mei 1961 een republiek.[2]

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Mandela was symbool van strijd tegen apartheid” (05-12-2013), Tubantia
  2.   Weblink bron
    dr. ir. J. van der Graaf
    “Dood Mandela dwingt orthodox-christelijk volksdeel tot zelfonderzoek” (11-02-2014), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be