partypooper
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: partypooper (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɑːrtiˌpupər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- par·ty·poo·per
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels party pooper
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | partypooper | partypoopers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de partypooper m
- iemand die een gezellige stemming bederft door daar niet in mee te gaan
- ▸ De ontevreden criticus is de partypooper.[1]
- ▸ Na een optreden in Hasselt werd ik benaderd door een psychiatrische patiënt en professioneel partypooper die zijn gezicht op vijf centimeter van het mijne bracht en mij toeblafte dat ik niet vlot genoeg ben. Zijn arme vrouw zag eruit alsof ze zich al jaren plaatsvervangend schaamde.[2]
Gangbaarheid
- Het woord partypooper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Arjen Fortuin“Een literair klimaat waar de DDR van zou watertanden” (18 april 2014) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Annelies Verbeke“Niet vlot genoeg” (29 november 2006) op nrc.nl