partnerpensioen
- part·ner·pen·si·oen
- samenstelling van partner en pensioen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | partnerpensioen | partnerpensioenen |
verkleinwoord | partnerpensioentje | partnerpensioentjes |
het partnerpensioen o
- pensioen ten behoeve van de partner van een ongehuwd samenwonende bij overlijden van de laatste
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord partnerpensioen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.