partijgeschiedenis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·tij·ge·schie·de·nis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord partijgeschiedenis partijgeschiedenissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de partijgeschiedenisv

  1. wat er in het verleden van een politieke partij is gebeurd
     En dat terwijl Groningen en de PvdA met elkaar vergroeid zijn en het noorden bekend staat als het 'rode bolwerk’. Gerrit Voerman, directeur van het documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen in Groningen, bestuurdeerde de partijgeschiedenis. Volgens hem gaat de geschiedenis van het 'rode bolwerk' meer dan honderd jaar terug.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Hoe Groningen SP-rood kleurde” (Donderdag 19 maart 2015, 13:06), NOS