parles
- tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van parler
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van parler
parles
- aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van parlar
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van parlar