Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·reer·breuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pareerbreuk pareerbreuken
verkleinwoord pareerbreukje pareerbreukjes

Zelfstandig naamwoord

de pareerbreukv / m

  1. (medisch) bepaalde breuk van de onderarm zo genoemd omdat het het type breuk is, dat ontstaat als men de arm opheft om een slag op het hoofd af te weren

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen