paper
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·per
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘verhandeling’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- van het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paper | papers |
verkleinwoord | papertje | papertjes |
Zelfstandig naamwoord
de paper m
- een (vaak wetenschappelijk) schriftelijk verslag.
- De wetenschapper publiceerde een paper over Hamiltoniaanse grafen.
- papier
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord paper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paper" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "paper" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ paper op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
enkelvoud | meervoud |
---|---|
paper | papers |
Zelfstandig naamwoord
paper
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to paper |
he/she/it | papers |
verleden tijd | papered |
voltooid deelwoord |
papered |
onvoltooid deelwoord |
papering |
gebiedende wijs | paper |
Werkwoord
paper
Bijvoeglijk naamwoord
paper