papegaaiachtige
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- pa·pe·gaai·ach·ti·ge
Woordherkomst en -opbouw
- papegaaiachtig bn met de uitgang -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | papegaaiachtige | papegaaiachtigen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (dierkunde) benaming voor tropische, veelal bontgekleurde vogels uit de orde Psittaciformes
Opmerkingen
De groep papegaaiachtigen bestaat uit vier families: kaketoes (Cacatuidae ), Nieuw-Zeelandse papegaaien (Strigopidae ), papegaaien van de Oude Wereld (Psittaculidae) en papegaaien van Afrika en de Nieuwe Wereld (Psittacidae). De laatste twee families worden soms samengevoegd in één superfamilie, de "echte papegaaien" (Psittacoidea)
Hyponiemen
- [2] zie de categorie: Papegaaiachtigen in het Nederlands
Gangbaarheid
- Het woord 'papegaaiachtige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.