pantykous

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pantykous    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pan·ty·kous

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  panty zn  en  kous zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pantykous	pantykousen
verkleinwoord	pantykousje	pantykousjes

Zelfstandig naamwoord

de pantykous v / m

1. nylonkous tot aan de knieën

   • De drie mannen, alle drie in het zwart gekleed en met een muts dan wel pantykous over het gezicht, hadden om geld gevraagd. Daarna werd de man mishandeld.  
   • Het Openbaar Ministerie (OM) heeft eerder laten weten dat het een behoorlijk aantal aanwijzingen heeft die wijzen op de betrokkenheid van Van U. bij de dood van Borst. Zo is een haar op de jas van Borst hoogstwaarschijnlijk afkomstig van de verwarde Van U., net als een DNA-spoor op haar pantykous.  
   • Ergens in een warenhuis op de afdeling beenmode draalt een man. „Heeft u ook pantykousen?” „Ja hoor meneer, welke maat heeft u nodig?”  

Gangbaarheid

• Het woord pantykous staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pantykous" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
69 %	van de Vlamingen.