• pan‧the‧ist
  • in 1705 voor het eerst gebruikt door de 17e-eeuwse Ierse filosoof J. Toland   in zijn boek Socinianism Truly Stated, by a pantheist afgeleid met met het achtervoegsel -ist van Oudgrieks ‎πάνθεος (pántheios) "gemeenschappelijk voor alle goden" (vergelijk: pantheon), op te vatten als gevormd uit pan- en theist [1]
enkelvoud meervoud
pantheist pantheists

pantheist

  1. (filosofie) pantheïst

pantheist

  1. (filosofie) pantheïstisch