paniekstemming
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: paniekstemming (hulp, bestand)
- IPA: / paˈnikstɛmɪŋ / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- pa·niek·stem·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paniekstemming | paniekstemmingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de paniekstemming v
- verschrikte gemoedsgesteldheid met hevige angst voor een dreiging
- ▸ De Franse dreiging nam, na Napoleons overwinning op Oostenrijk en de inlijving van Nice en Savoye, zulke scherpe vormen aan tijdens het jaar 1860 dat er zich een ware paniekstemming verspreidde over België.[2]
Gangbaarheid
- Het woord paniekstemming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Marnix Beyen“Held voor alle werk. De vele gedaanten van Tijl Uilenspiegel.” (1998), Houtekiet, Antwerpen/Baarn, ISBN 9052404992, p. 22 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren