palmen
- pal·men
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
palmen |
palmde |
gepalmd |
zwak -d | volledig |
- met de palm omvatten (en naar zich toe halen)
de palmen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord palm
- Het woord palmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "palmen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
vervoeging van |
---|
palmar |
palmen
- aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van palmar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van palmar
vervoeging van |
---|
palmarse |
palmen