Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paar·den·hoofd·stel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paardenhoofdstel paardenhoofdstellen
verkleinwoord paardenhoofdstelletje paardenhoofdstelletjes

Zelfstandig naamwoord

paardenhoofdstel

  1. (paardrijden) hoofdstel voor een paard
    • Er hangt een paardenhoofdstel aan de muur
      En een zadel in een lege schuur... etc. (Cowboy Gerard)
       

Gangbaarheid