Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paal·gat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paalgat paalgaten
verkleinwoord paalgaatje paalgaatjes

Zelfstandig naamwoord

het paalgato

  1. een gegraven of geboorde kuil in de grond waarin een paal of dergelijke wordt geplaatst
    • Eigenlijk is het het betere detectivewerk, waarmee archeologe Josey Kerpentier van Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie zich bezighoudt. "Je kunt aan de verkleuring in het zand zien, of een paal is weggerot, of eruit getrokken of gewrikt", wijst ze in een half gecoupeerd paalgat. [2] 
    • Archeoloog zijn niet alleen gespitst op mooie vondsten, maar met name ook op verkleuringen in de grond: grondsporen. Ze geven aan dat daar vroeger iets met de grond gebeurde. Een greppel, een paalgat, mollengaten, boomwortels. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen