• ozon
  • In de betekenis van ‘een gas’ voor het eerst aangetroffen in 1855 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ozon -
verkleinwoord - -

ozon o/m

  1. (scheikunde) een vorm van zuurstof met drie zuurstofatomen in plaats van twee dat wordt gebruikt om te oxideren en te desinfecteren
97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]