• over·zwem·men

overzwemmen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overzwemmen
zwom over
overgezwommen
klasse 3 volledig
  1. door zwemmen een water oversteken
     Fransman wil Grote Oceaan in 5 maanden overzwemmen: Een Fransman wil volgend jaar een nog niet eerder vertoonde zwemtocht maken. Benoît Lecomte (44) is van plan de Grote Oceaan over te steken. De 8800 kilometer lange tocht van de Japanse hoofdstad Tokio naar San Francisco in de Verenigde Staten gaat ongeveer 5 maanden duren.[2]
     Instructeurs van de Luchtmobiele Brigade begeleiden de jongeren bij de oefeningen, zoals het overzwemmen van het ijskoude water in het natuurbad.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Fransman wil Grote Oceaan in 5 maanden overzwemmen” (11-11-2011), Tubantia
  3.   Weblink bron “Achterhoekse separatisten houden soldaten in opleiding in Borculo bezig” (01-02-2017), Tubantia