overspeelden
- over·speel·den
vervoeging van |
---|
overspelen |
overspeelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overspelen
- ...dat wij overspeelden.
- ...dat jullie overspeelden.
- ...dat zij overspeelden.
- ...dat wij overspeelden.
vervoeging van |
---|
overspelen |
overspeelden
- meervoud verleden tijd van overspelen
- Wij overspeelden.
- Jullie overspeelden.
- Zij overspeelden.
- Wij overspeelden.
- Het woord overspeelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.