overprikkelen
- over·prik·ke·len
- samenstelling van over bw en prikkelen ww
overprikkelen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overprikkelen |
overprikkelde |
overprikkeld |
zwak -d | volledig |
- overmatig stimuleren
- ▸ Daarna staat ze overprikkeld op de non-foodafdeling en weet niet meer wat ze moet kopen.[2]
- ▸ De grote hoeveelheid media-aandacht helpt daar natuurlijk niet bij. Camera's, microfoons en alles wat daarbij komt kijken zullen de kinderen alleen maar meer overprikkelen. Houd die dus weg, stelt de deskundige.[3]
- Het woord overprikkelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
- ↑ Weblink bron “Stel speurde vanuit Nederland mee naar kinderen: 'Vondst prachtige verrassing'” (zaterdag 10 juni 2023, 16:05), NOS