overpoten
- over·po·ten
samenstelling van over zn en poten ww
overpoten [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overpoten |
pootte over |
overgepoot |
zwak -t | volledig |
- planten op de ene plaats uit de grond halen en op een andere plaats weer opnieuw planten
- (figuurlijk) overbrengen van de ene plaats naar de andere; van de ene tijd naar een andere tijd
- „Het gaat meer om het combineren van zaken. Bovendien zijn er de laatste decennia nieuwe inzichten op het gebied van de Schriftuitleg. Die heb ik willen wegen in relatie tot Romeinen 1. Het kan bijvoorbeeld zijn dat bepaalde voorschriften in het Nieuwe Testament betrekking hebben op de tijd en cultuur van toen. Dan moet je terug naar het achterliggende principe en dat vertalen naar vandaag. En dus niet de voorschriften letterlijk overpoten. [2]
- [1] verpoten
- Het woord overpoten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overpoten" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Albert-Jan Regterschot 20-01-2012 Ds. Van Loon: Onthouding is voor homo de meest Bijbelse weg
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be