Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·heids·schuld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overheidsschuld overheidsschulden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de overheidsschuldv / m

  1. (economie) het totaal van de schulden van de centrale overheid, de niet-centrale overheden (provincies, waterschappen, gemeenten) en de wettelijke sociale verzekeringsinstellingen
    • De huidige eurocrisis in Europa wordt vooral veroorzaakt door een onverantwoord hoge overheidsschuld in met name de zuidelijke landen. 

Meer informatie

Gangbaarheid