overheidsapparaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·heids·ap·pa·raat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overheidsapparaat overheidsapparaten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het overheidsapparaato

  1. al wie en al wat betrokken is bij het functioneren van de overheid

Gangbaarheid