Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·drijf·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overdrijfster overdrijfsters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de overdrijfsterv

  1. vrouw die feiten heftiger presenteert dan ze eigenlijk zijn
     Uit haar brieven en ook haar manier van praten had Saïda Hürrem leren kennen als een geboren overdrijfster – die zich misschien zelfs af en toe schuldig maakte aan een gebrek aan goede smaak - maar dat bewees nauwelijks dat ze oneerlijk zou zijn, bedacht het meisje.[1]
  2. (verouderd) vrouw die een opvatting of handelwijze te ver doorvoert
      (…) toen hare moeder tot haar zeide: ‘Mij dunkt, Christine! dit is eene goede les voor u?’ antwoordde zij: ‘Ik heb zulks reeds uit mij zelve begrepen; ik zal voortaan geene overdrijfster van de mij door u vergunde vrijheid, meer zijn.’ - En Christine bleef getrouw aan hare belofte en bevond er zich wel bij.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Jacqueline Park (vert. Janine van der Kooij)
    “De erfenis van Grazia dei Rossi” (2015), Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, ISBN 9789029503723, hfst. 4
  2.   Weblink bron “Acht oorspronkelijk Nederduitsche verhalen voor de jeugd.” (1840), Ten Brink & De Vries, Amsterdam, p. 70