Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oud-top·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oud-topman oud-topmannen
oud-toplieden
oud-toplui
verkleinwoord oud-topmannetje oud-topmannetjes

Zelfstandig naamwoord

de oud-topmanm

  1. voormalig topman
    • De oud-topman vindt dat het achteraf verstandig was geweest als er een limiet had gezeten op zijn eigen beloning.[1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen