oud-cursist
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oud-cursist (hulp, bestand)
Woordafbreking
- oud-cur·sist
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oud bn "voormalig" en cursist zn , volgens spellingregel 6.I geschreven met een koppelteken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oud-cursist | oud-cursisten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oud-cursist m
- voormalig cursist
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord oud-cursist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.